De moestuin tekenen 

Neem plaats in je moestuin en ga aan de slag met een tekenblok, potloden of verf. Om te documenteren voor later of om nog meer de schoonheid en diversiteit te bevatten. 

Tijdens het MOES-tuin-project testten we in een traject met erfgoedcel Mechelen en woonzorgcentrum Roosendaelveld heel wat activiteiten rond de moestuin en moestuinerfgoed met bewoners met dementie. Een ervan was samen moestuinen al tekenend reconstrueren vanuit kleine herinneringen die we hebben. We delen hier graag enkele tekeningen aan de hand van Eva Vaes, en de verhalen van de bewoners erbij. 

Wil je zelf aan de slag rond moestuinen met mensen met dementie? Hier vind je onze inspiratiegids! 

 

 

Tekening Philomena

Het veld van Philomena en haar man 

Philomena en haar man Leon hadden een groot stuk veld achter de kerk van het dorp waar ze woonden. Het was veel werk, maar daar zat Leon niet mee in. Hij deed alles zelf, ook het spitten van het grote stuk grond. Leons was een metaalarbeider, maar zijn vader was hovenier geweest. Leon vroeg Philomena welke groenten ze graag wilde en zo kozen ze samen wat er gekweekt werd: aardappelen, bonen en erwten, veel groenten voor de soep. Leon was altijd fier als hij met de oogst thuis kwam. Maar soms was het te veel werk om te oogsten, dan ging hij Philomena halen om te helpen en liepen ze arm in arm naar ’t veld. Samen was alles leuker, dan was er meer plezier dan er zorgen waren. Philomena maakte de bonen in bokalen met zout water in. 

 

Tekening Toon

De moestuin van Toon en zijn vader 

Toon kreeg de kneepjes van het moestuinieren aangeleerd van zijn vader. Die had op zijn beurt de kennis van zijn vader geleerd. Elke generatie leerde zelf ook bij, zocht zelf nieuwe informatie, technieken en gewassen uit. Door naar Boer en Tuinder te kijken, leerden Toon en zijn vader nieuwe gewassen kennen. Vroeger at men de bladeren van paardenbloemen als sla, pas later kwam de kropsla op de markt. Toon en zijn vader oogstten en droogden zelf zaden, die ze bewaarden in sigarendoosjes. Zo hadden ze doosjes met zaden van tomaten, radijsjes, sla of aardappel. Toons vader werkte elke dag in de moestuin: onkruid onder controle houden, vergt veel werk. In de tuin stonden erwten op staken, bloemkolen, kolen, aardappelen… Toons moeder maakte geoogste groenten en fruit in voor de winter. Ze steriliseerde potten vol peren, kersen, krieken en pruimen in de ton van een wasmachine. Toon vindt het mooie van de moestuin dat je andere mensen plezier kan doen met de opbrengst. Maar soms wordt het ook te veel, dan heb je hulp van anderen nodig. 

Tekening Maryse

De ouderlijke tuin van Maryse

Maryse komt uit een groot gezin. Toen haar ouders jong stierven, nam zij een groot deel van de zorg voor haar negen broers en zussen op zich. Vanuit het keukenraam kon Maryse de tuin goed zien. Het was een grote tuin met een schommel en een opblaaszwembadje voor de jongere kinderen. In de kleine moestuin teelde Maryse groenten, zoals wortels en selder. Daarvan maakte ze meestal soep. Er waren ook spruiten, maar daar was Maryse zelf niet zo dol op. De moestuin was afgeboord met een muurtje, zodat de kinderen wisten tot waar ze mochten spelen. De planten water geven met een gieter, vond Maryse altijd leuk. 

 

Tekening Fernand

De ajuinentuin van Fernand

Fernand had bij zijn ouders een eigen moestuin. Die lag helemaal achteraan. Hij plantte er ajuin in een tweetal bedden en wiedde vlijtig het vele onkruid. Maar een groot deel van het moestuinieren was ook afwachten voor hem. Geduldig gaf hij de plantjes water, tot de ajuinen rijp genoeg waren om te oogsten. Daar beleefde hij plezier aan. Soms kon hij ook even luieren op zijn bankje. De ajuinen die Fernand kweekte, smaakten behoorlijk scherp. Zijn moeder gebruikte ze in de soep.